Eigen willetje!

Zelluf doen! Je peuter kan steeds meer en wil graag zelfstandig zijn. Maar dat gaat natuurlijk niet vanzelf. Hij moet hiervoor heel veel oefenen, veel dingen kan hij nog net niet.

Deze periode kan lastig zijn voor je peuter (en voor jou) en voor het eerst echt conflicten opleveren. Wat je kleine in deze periode nodig heeft naast jouw liefde en begrip is steun, stimulering en sturing.

De volgende tips helpen je misschien je een eindje op weg:

  • Laat je peuter de vrije keus tussen twee dingen die jij allebei goed vindt: “Wil je een appel of een peer?” (wil je liever dat hij kiest voor een van de twee noem dat dan als tweede mogelijkheid, grote kans dat je kleine hiervoor gaat).
  • Laat je kleine alleen kiezen als er ook echt iets te kiezen valt. Vraag niet: “Ga je mee boodschappen doen?”, maar zeg “Kom, we gaan samen boodschappen doen”.
  • Geef je kind ook eens zijn zin (bijvoorbeeld als het gaat om de keuze voor een spel of uitje (het plan was de bibliotheek, maar je kleine wil naar de kinderboerderij).  Dit is goed voor het gevoel van eigenwaarde.
  • Moet er iets vervelends gebeuren (drankje slikken, verschonen)? Geef je kind dan de keuze binnen de situatie. Bijvoorbeeld: “we gaan de luier verschonen, wil je zelf lopen of zal ik je op mijn rug dragen?” Je kleine wordt afgeleid, maar heeft ook invloed op de situatie.
  • Praat zo min mogelijk in vragende vorm. Dus: “Kom, we gaan aan tafel ”in plaats van “Kom je aan tafel?” Vragen is ook vragen om een “nee!” En zegt je kleine op alles “nee!’? Negeer het wanneer het om de alledaagse dingen als bijvoorbeeld wassen of zelfs een boekje voorlezen gaat (gewoon wassen zonder commentaar en strijd en gewoon gezellig voorlezen).
  • Als je kind jou iets wil laten zien, stop dan (als dat ook kan) even met waarmee je bezig bent en geef aandacht aan je kind.
  • Het kan helpen als je de situatie iets anders benaderd:
  • Begrijp een uitdagend gebaar expres verkeerd. Bijvoorbeeld in de situatie dat je peuter een autootje door de kamer wil gooien. Zeg dan heel vriendelijk: “Oh, ik zie dat je met je autootjes gaat spelen, leuk!” Een waarschuwend “Niet gooien hoor!” kan je kleine uitnodigen om juist wel te gooien.
  • Slaat je kleine op hol? Maak er eens een grapje van en doe hetzelfde. Waarschijnlijk ziet je peuter er de humor van in en begrijpt hij hoe gek hij eigenlijk doet.

Wist je dat…
je beter niet te ver weg kunt staan als je met je kind praat? Hou rekening met een luisterafstand van 1 meter per jaar. Is je kind 1 jaar, ga dan niet verder dan 1 meter van hem weg staan als je met hem praat. Je boodschap komt beter over als je in de buurt bent.

jeugdverpleegkundigen extra ondersteuning kunnen bieden als het niet helemaal lekker loopt thuis? Met  videothuisbegeleiding bieden we praktische ondersteuning aan ouders van kinderen tot 4 jaar.

Meer weten …
Kijk ook eens in de Groeigids van het consultatiebureau. Hierin lees je onder andere waarom je peuter ongehoorzaam lijkt en soms zo koppig is. In dit boekje vind je ook nog 10 algemene tips die je helpen deze periode positief te benaderen.

Vanaf een jaar of twee kun je een beloningskaart gebruiken.